“De piek van de ketel ligt achter ons”
Climafed ziet structurele kentering in verwarmingsmarkt
Tijdens de jaarverslagvergadering van Climafed, de Belgische federatie van fabrikanten en invoerders van klimaatoplossingen voor gebouwen, schetsten voorzitter Johan De Cuyper en public affairs manager Patrick O een sector in volle transitie. De boodschap was duidelijk: de periode van tegenstrijdige signalen en tijdelijke maatregelen ligt stilaan achter ons. De verwarmingsmarkt staat aan de vooravond van een meer structurele en voorspelbare evolutie, met warmtepompen als centrale pijler.
Climafed: spil tussen sector en overheid
Climafed positioneert zich als de federatie voor alle industrieel beschikbare, CO₂-neutrale klimaatoplossingen voor gebouwen. De federatie bundelt de krachten van fabrikanten en invoerders en speelt een sleutelrol als gesprekspartner van de overheid.
Een van de kerntaken van Climafed is het verzamelen en beheren van marktstatistieken. Die cijfers worden maandelijks en snel aangeleverd en vormen een belangrijke basis voor beleidsbeslissingen. Daarnaast ontwikkelt Climafed begeleidende standpunten, codes of good practice en merkonafhankelijke informatieplatformen zoals InfoWarmtePomp.be en Belsolar, met als doel de sector én de eindklant beter te ondersteunen.
Van stop-and-go naar structureel beleid
Volgens voorzitter Johan De Cuyper bevindt de energietransitie in gebouwen zich in een beslissende fase. “Waar het beleid de voorbije jaren vaak gekenmerkt werd door plotse koerswijzigingen, zien we vandaag een duidelijke kentering. Maatregelen zoals het behoud van de warmtepomppremie, de btw-verhoging op ketels naar 21% en hogere accijnzen op gas wijzen allemaal in dezelfde richting en geven de markt een consistenter signaal. Daarbovenop komen vanaf 2028 de impact van ETS2 en vanaf 2030 de door Europa opgelegde btw-heffing van 21% op gas.”
“Het is niet langer een stop en go beleid, maar go go in stapjes, telkens in dezelfde richting. Die beleidsstabiliteit is cruciaal om het vertrouwen van installateurs en eindklanten te herstellen.”
Markt in beweging: ketelpiek voorbij, warmtepomp groeit
De Belgische markt voor verwarmingsgeneratoren (ketels en warmtepompen samen) schommelde jarenlang rond 250.000 à 260.000 eenheden per jaar. In 2022 werd een piek bereikt, waarna de markt afkoelde door onzekerheid bij de consument. In 2025 is er opnieuw een voorzichtig herstel zichtbaar (zie grafiek).
"De aangekondigde btw-verhoging op verwarmingsketels zorgde nog voor een laatste opleving", aldus Johan De Cuyper. "De verkoop van gasketels steeg in 2025 met 8% in vergelijking met 2024 tot 161.000 stuks, terwijl stookolieketels een groei van 27% kenden tot 14.500 verkochte eenheden." Volgens Climafed is de ‘ketelpiek’ nu definitief voorbij. "Ketels blijven bestaan, maar hun dominante rol neemt af. Tegelijk groeit de verkoop van warmtepompen verder.”
"De warmtepompverkoop kende in 2025 een groei van meer dan 10% in vergelijking met 2024 tot 25.700 stuks. “Uit onze cijfers blijkt dat de warmtepompmarkt steeds meer verschuift van klassieke split-warmtepompen naar monoblocksystemen. Vooral propaanwarmtepompen, die vrijwel uitsluitend als monoblock worden uitgevoerd, winnen terrein en zullen in de middenklasse geleidelijk de traditionele split-systemen verdringen”, verduidelijkt Johan De Cuyper.
Zoektocht naar het waarom achter afwachtende houding
Ondanks de stijgende verkoopcijfers blijft de eindklant voorlopig afwachtend om de overstap naar een warmtepomp te maken. “De ketelmarkt kennen we door en door,” zegt Patrick O., public affairs manager bij Climafed. “Maar de warmtepompmarkt begrijpen, is veel complexer. Lange tijd dachten we dat de hoge elektriciteitsprijs ten opzichte van gas de belangrijkste verklaring was voor het uitblijven van een doorbraak. Die redenering volstaat echter niet. Want waarom blijft de verkoop van warmtepompen in Frankrijk, Nederland en België moeizaam, terwijl ze in het Verenigd Koninkrijk wél aanslaan, ondanks een elektriciteitsprijs die daar tot 4,4 keer hoger ligt dan die van gas?”
“De hoge investeringskost blijft een ernstige drempel,” zegt Patrick O. “Daar willen we nu concreet op inzetten door de installatiewerken efficiënter te maken, zodat warmtepompen sneller, eenvoudiger en tegen lagere kosten geplaatst kunnen worden."
Engagement van de sector in de praktijk
De sector koestert hoge ambities en werkt in overleg met de Vlaamse regering aan engagementen om concreet bij te dragen aan de energietransitie in gebouwen.
De focus ligt onder meer op:
- voldoende installateurscapaciteit en kwaliteitsvolle installaties
- transparantie en vergelijkbaarheid van offertes
- het voorkomen van misbruik in een gesubsidieerde markt
- duidelijke communicatie en positieve boodschappen naar de eindklant.
Daarnaast wordt gewerkt aan een concrete tool die eigenaars helpt inschatten of hun woning ‘warmtepompklaar’ is. Deze tool moet verder gaan dan de bestaande informatie via Vlaanderen.be en moet gezinnen op een laagdrempelige manier richting geven.
Installateur en eindklant als sleutelfactor
Johan De Cuyper: “De sector wil evolueren naar een model waarin de installateur optreedt als ‘warmtepompambassadeur’: een betrouwbare gids die gezinnen begeleidt bij hun keuze, twijfels over warmtepompen wegneemt en realistische oplossingen aanreikt.”
“Daarvoor zijn opleiding, omscholing en instroom van nieuw talent essentieel, zeker met het oog op de renovatiemarkt.” Die renovatiemarkt wordt door Climafed omschreven als de ‘slapende reus’ van de energietransitie. “Het grootste potentieel ligt niet in nieuwbouw, waar warmtepompen intussen de norm zijn, maar in bestaande woningen en in appartementen.”
Blik vooruit: renovatie, collectiviteit en slimme sturing
Voor de toekomst ziet Climafed meerdere hefbomen. “Collectieve warmtepompen in appartementsgebouwen bieden schaalvoordelen en kunnen een belangrijke rol spelen in de vernieuwing van het bestaande gebouwenpark”, aldus Johan De Cuyper.
“Daarnaast wordt slimme sturing van warmtepompen steeds relevanter, zowel om de energiefactuur van gezinnen te verlagen als om bij te dragen aan netstabiliteit. Climafed plant daarom een nieuwe werkgroep om ervaringen uit het buitenland te analyseren en sectorbreed af te stemmen.”
Voorzichtig optimisme richting 2026
De vergadering werd afgesloten met een voorzichtig maar duidelijk optimisme. De sector ziet 2026 als een belangrijk scharnierjaar, niet door één maatregel, maar door de samenhang van vele signalen. Fabrikanten hebben geïnvesteerd, technologie is beschikbaar en het beleid geeft eindelijk richting.
“De toekomst vraagt samenwerking,” aldus voorzitter Johan De Cuyper. Climafed versterkt daarom de samenwerking met zusterfederaties om kennis, data en standpunten te bundelen en zo met één stem te spreken richting overheid en markt. “Door onze krachten te verenigen en het vertrouwen van de eindklant te herstellen, kan de energietransitie in gebouwen echt slagen.”
Zonneboilers: van huishoudelijke oplossing naar projectmarkt
De markt voor zonneboilers in België blijft dalen, zo blijkt uit de cijfers die Climafed via Belsolar opvolgt. Voor 2025 wordt een daling van ongeveer 15% verwacht, met een totaal volume van om en bij de 3.500 m². Vooral de residentiële markt is quasi volledig stilgevallen.
Wim Persoons, voorzitter van Belsolar, verklaart: “Wie vandaag renoveert, kiest in de eerste plaats voor een warmtepomp. De combinatie met een afzonderlijke zonneboiler wordt zelden nog overwogen, ondanks het lage jaarlijkse verbruik van 20 tot 60 kWh elektriciteit per jaar en de bewezen efficiëntie van zonnethermie.”
“Zonneboilers verschuiven steeds meer naar de collectieve en projectmatige markt, zoals appartementsgebouwen, zorginstellingen en andere grootschalige renovaties. In die context kunnen ze een waardevolle aanvulling vormen op collectieve warmtepompen of bestaande verwarmingssystemen, en ook in toekomstige warmtenetten spelen ze een rol.”
Wim Persoons wijst er bovendien op dat zonnethermie vandaag niet geniet van dezelfde fiscale stimuli als warmtepompen. “Zo geldt de verlaagde btw van 6% wel voor warmtepompen, maar niet voor zonneboilers.” De zonneboilerassociatie roept de overheid op om dat verschil te herbekijken.